Uit het boek: “Minder dood dan de anderen”,
door cineast-schrijver Frans Buyens
Armand Buyens,
geboren te Temse, de 21 januari 1927
overleden te Antwerpen, de 7 april 1960
Zoon van Jozef Lodewijk Buyens (°1885-+1966) en
van Joanna De Bock (°1891-+1976)
Het waar gebeurde verhaal,
in café De Belgische Vlag, beneden in de kasteelstraat (nu café De Pocket)
Een gemaskerd bal.
Een groepje vrienden zorgt voor enkele plezierige nummertjes van circusdressuur. Drie zijn er vermomd als gorilla, een vierde als temmer. Rond middernacht, in afwachting van het defilé der verkleden, is het viertal gescheiden. De éne rustafzonderlijk uit. Een andere keuvelt verderop met kennissen. De onstuimigste amuseert zich op de dansvloer. De vierde staat aan de kant, mensaap die het spektakel bekijkt.
Deze laatste is Armand Buyens.
De vermomming van Armand vat plotseling vuur.
Hij staat terstond in lichterlaaie. Eén van de apen snelt toe om hulp te bieden, maar wanneer hij dichterbij komt schiet hijzelf in brand, door het uitslaan van de vlammen. Hij rolt zich over de vloer. De temmer komt toegelopen, trekt Armand neer, wentelt samen met hem over de grond, probeert hem de kleren van het lijf te trekken. Hij slaagt er niet in, en wordt zelf aan beide handen en armen verwond. Als een brandende toorts rent Armand naar buiten. Onverwacht keert hij terug in paniek en nadert hij tot om minder dan twee meter de derde aap. Niettegenstaande deze opzij springt slaan de vlammen op hem over. Hij vlucht naar de uitgang, ook Armand loopt radeloos opnieuw de straat op. Enkele personen helpen daar het vuur doven.
Onder de zowat vierhonderd feestvierders in de zaal ontstaat een begin van paniek. Een grote hoeveelheid van tafels en stoelen wordt omvergelopen. Geen enkele der aanwezigen kan aanduidingen geven over de oorzaak. Twee personen die volgens het openbaar gerucht zeer dicht in de nabijheid van het eerste slachtoffer vertoefden, worden speciaal verhoord: D.C. Ernest en D. Pierre.
Een branddeskundige probeert de oorzaak van de brand te onderzoeken en komt tot de vaststelling dat deze kan ontstaan zijn door een brandende lucifer, die mogelijk door één van deze vrienden op spelenderwijze naar een kinderwagen werd gegooid. Deze kinderwagen was door één van de carnavalsvierders meegebracht. Gezien deze vaststellingen denkt de deskundige aan een ongeluk bij het aansteken van een sigaret. Hij houd ook rekening met een grap of een plagerij die verkeerd is uitgevallen. Kort daarvoor had Armand nog een jonge kerel verboden brandende lucifers in de kinderwagen te werpen.
De dag na het ongeluk stelt Frans voor om zijn broer Armand over te brengen naar het ziekenhuis in Antwerpen, dit bij een bekend chirurg.
Armand wil zijn vrienden die bij hem waren en ook verbrand waren, maar in mindere mate, niet verlaten. Ten slotte stemde hij uiteindelijk toch in door het nut van het voorstel van Frans. Die woonde in Antwerpen en kan hem van ’s middags tot ’s avonds gezelschap houden.
Vaak staart Armand lang naar het plafond. Frans zijn hele gedrag staat in het teken van de hoop, een valse hoop. Frans bedriegt zichzelf als hij ziet hoe zijn broer zijn uitputting als recuperatie interpreteer. Zelfs het water dat ik druppelsgewijs in zijn mond breng, hem doet braken, weigert hij de ondergang vast te stellen. Een weeë stank is niet meer uit de kamer te drijven. Al tien dagen heeft zijn gestel en zijn moraal aan de aftakeling weerstaan.
Midden in de nacht treden er complicaties op en vragen ze aan Frans om onmiddellijk naar het ziekenhuis te komen. Bij het toekomen aan de deur van de kamer word Frans opgevangen door twee verpleegsters. Armand is enkele minuten geleden overleden. Armand heeft de hele tijd nog naar Frans gevraagd. Hij wou Frans zien, maar de verpleegsters kenden gene Frans. Nooit zal Frans ooit nog te weten komen wat zijn broer Armand hem nog wilde vertellen.
Gelukkig was er in de zaal minder versiering dan naar gewoonte. Wanneer deze er wel zou geweest zijn, zou een algemene brand en een volledige paniek onder de massa aanwezigen tot de mogelijkheden behoord hebben met alle noodlottige gevolgen.
Het is te danken aan het redelijk snel ingrijpen van enkele koelbloedigen dat het overslaan van de brand voorkomen is.
DC Ernest wordt verdacht van:
– onvrijwillige doding van Armand Buyens
– onvrijwillige verwondingen aan VJ ,GM en VBA
Op strafrechtelijk gebied werd de betichte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden en een boete van 2000 Bfr ( nu zo’n 49,57 euro).
Voor wat de burgerlijke aansprakelijkheid betreft, meende het hof een splitsing te moeten toepassen en legde de twee derde van de schuld te laste van de betichte en één derde te laste van de slachtoffers.
Het toenmalige gemeentebestuur besliste nadien om carnaval volledig te schrappen van de feestkalender. Het zal wachten worden tot in 1971 voor er terug iets op de feestkalender zou komen over carnaval. In dat jaar werden de koningsfeesten van België georganiseerd en later in 1977 werden de eerste gesprekken met Eupen aan tafel besproken om carnaval in de gemeente terug toe te laten. Vanaf 1978 was er terug carnaval in de gemeente en dit voor het eerst met een reclame -en cavalcadestoet.